Je hoeft maar een paar regels te volgen. Verder kun je naar hartenlust experimenteren. Een écht goede dressing maken is niet moeilijk. Zie je er toch tegenop? Met dit stappenplan kan iedereen het!
Dus, weet je welke smaak het meest typeert? Dan kun jij een lekkere (salade)dressing maken. Zorg gewoon dat je zoveel mogelijk van de 5 welbekende smaken in je dressing stopt.
Combineer volgens bovenstaande regels.
Olie heb je nodig als basis van je dressing. Een olijfolie is altijd goed. Ga je meer voor een extra gezonde basis, of bestaat de rest van je dressing juist uit wat neutralere smaken, ga dan voor lijnzaadolie of pompoenpitolie. Sesamolie is heerlijk voor Aziatische dressings. Kokosolie is alleen aan te raden in warme gerechten, want zodra je kokosolie koud zet, wordt het brokkelig.
De zure smaken zijn ook onmisbaar in een goede dressing of vinaigrette. Ook hier moet je je de vraag stellen: wil je smaak toevoegen of wil je de smaken meer neutraliseren? Kies voor citroensap, limoensap of witte wijndressing als je het zuur neutraal wilt houden. Kies voor ume su of genmai su als je umami wilt toevoegen, en voor balsamicoazijn als dat de basis van je dressing moet zijn.
Zoet is eigenlijk ook onmisbaar in (salade)dressings. Een zoete smaak kan ook ‘mild’ zijn, zoals notenpasta of tahin. Dat geeft hetzelfde effect, zonder dat je direct suiker toevoegt.
Zoute smaken voeg je toe in plaats van zout. Met gefermenteerde producten als deze geef je direct ook karakter aan je dressings.
Met kruiden voeg je karakter toe aan je dressings.