Ramen pindasoep

Zo maak je het

1. Snijd de tempeh in zo dun mogelijke plakjes. Voeg de sesamolie, tamari, gembersiroop, genmai su en arrowroot toe en laat minimaal een uur marineren.
2. Snijd de groente voor de bouillon in stukken. Dit mag grof, want straks maal je het toch fijn met de staafmixer.
3. Verhit de sesamolie in een soeppan en bak de uien een minuutje aan. Voeg de wortels, prei, knoflook, gember en chilipeper toe en bak nogmaals 2 minuten.
4. Blus af met een klein kopje water. Voeg de pindakaas en de sojasaus toe en roer tot een glad sausje.
5. Voeg de rest van het water toe. Laat minimaal 10 minuten zachtjes sudderen, tot de wortels zacht zijn. Je kan de soep ook tot wel 90 minuten laten sudderen voor meer smaak!
6. Pureer de bouillon met een staafmixer.
7. Kook de ramennoedels in ca. 3 minuten gaar. Ga je de hele pan soep direct opeten, dan kan je de ramen gewoon in de bouillon gaar koken. Anders kook je ze gaar in een aparte pan en bewaar je ze apart.
8. Zet het vuur uit. Maak een papje van de miso met een beetje water. Voeg dit dan toe aan de bouillon.
9. Doe een flinke eetlepel kokosolie in een koekenpan. Bak de tempeh in ca. 3 minuten gaar.
10. Knip het norivel in kleinere stukken.
11. Snijd de witte kool zo fijn mogelijk. In de keukenmachine doe je dat in een paar seconden!
12. Doe een handje witte kool in de kommen. Leg de noedels erop. Giet de bouillon erover.
13. Garneer met de nori, tempeh, verse koriander en gomasio.